In het jaar nul – en geruime tijd daarvoor en daarna – was de mantel onmiskenbaar in ‘de mode’ in het Romeinse Rijk. De mantel werd gebruikt als bovenkleed dat om het lichaam gewikkeld werd. En niet zelden ook als deken voor de nacht.
Mantels bestonden gewoonlijk uit een rechthoekige lap stof – gemaakt van wat zwaarder materiaal dan het onderkleed (het tuniek) – en werden om het middel bijeengehouden met een gordel.
De mantel van Jezus is gewoonlijk rood van kleur en werd vaak over een wit tuniek gedragen. Althans, zo wordt Jezus vaak afgebeeld.
De mantel van Jezus in de Heiligen Vensters bestaat uit acht stukken gebrandschilderd, rood Kathedraalglas, voorzien van diverse lagen grisaille om de schaduwen weer te geven.